Aliments ultra transformé

Ultraverwerkte voedingsmiddelen: wat je dacht te weten – en wat de wetenschap in twijfel trekt

Maak een afspraak in het dichtstbijzijnde centrum.


Elke dag horen we dat ‘sterk bewerkte voedingsmiddelen’ verantwoordelijk zijn voor onze kwalen: obesitas, hart- en vaatziekten, diabetes, etc. Maar wat als deze demonisering te simplistisch is? Een recent grootschalig Brits onderzoek zet vraagtekens bij deze dominante visie en laat zien dat het misschien niet zozeer de mate van verwerking is die de schuldige is, maar eerder onze percepties, overtuigingen en emoties. In dit artikel ontdek je het volgende:

  1. Wat “ultrabewerkt” echt betekent
  2. Wat het laatste onderzoek suggereert
  3. Waarom onze mentale voorstellingen zwaarder kunnen wegen dan industriële classificatie
  4. Implicaties voor het volksgezondheidsbeleid
  5. Praktische manieren om actie te ondernemen in ons dagelijks leven

Mijn doel? Om je een genuanceerde, rigoureuze en actiegerichte visie te geven – geen gemakkelijke slogan.

1. Wat betekenen “ultraverwerkte voedingsmiddelen” eigenlijk?

De NOVA-classificatie: nuttig maar omstreden

Het NOVA-systeem, dat vaak wordt gebruikt in openbare voeding, verdeelt voedingsmiddelen in vier groepen op basis van hun mate van industriële verwerking. De vierde groep omvat “ultrabewerkte” voedingsmiddelen: industriële producten die rijk zijn aan additieven, suikers, smaakstoffen, stabilisatoren, etc. (zoete dranken, chocoladerepen, kant-en-klaarmaaltijden, etc.).
Maar deze categorisering heeft zijn grenzen:

  • Het mengt zeer verschillende producten in hetzelfde mandje (bijv. gezoete dranken, herbereide groentevervangers);
  • Het houdt geen rekening met de voedingsvariatie binnen deze categorie;
  • Er wordt geen rekening gehouden met sensorische aantrekkingskracht, culturele gewoonten of consumentencontexten.
Lees ook: Lasertraining tegen roken en verslaving. Mylasertabac

Waarom deze categorie “publieke vijand nummer 1” is geworden

Al enkele jaren wijzen de media en politici naar sterk bewerkte voedingsmiddelen als een belangrijke drijvende kracht achter de epidemie van obesitas, hart- en vaatziekten en zelfs cognitieve stoornissen. Het resultaat: waarschuwingslabels, reclamebeperkingen, belastingen, verkoopverboden in bepaalde gebieden – allemaal gebaseerd op de aanname dat “hoe meer bewerkt voedsel, hoe schadelijker het is”.

Maar de wetenschap evolueert.

2. Nieuw onderzoek, nieuwe vooruitzichten: wat Brits onderzoek onthult

Een team onderzoekers onderzocht de reacties van meer dan 3000 Britse volwassenen die werden geconfronteerd met 400 voedingsmiddelen die op foto’s waren afgebeeld. Hun doel was om hun ‘waardering’ van het voedsel te meten (wat ze aangenaam vonden) en hun neiging tot hedonische overconsumptie (d.w.z. eten voorbij het punt van verzadiging).

Belangrijkste resultaten

  • De NOVA-classificatie verklaart slechts 2% van de verschillen in waardering tussen voedingsmiddelen en 4% van het overconsumptiegedrag.
  • Aan de andere kant zijn perceptuele kenmerken (smaak, textuur, vet, zoetheid) en de overtuigingen die individuen hebben over een voedingsmiddel (bijvoorbeeld “het is industrieel/natuurlijk/kunstmatig/gezond/calorisch”) goed voor een veel groter deel.
  • Als een voedingsmiddel als “sterk verwerkt” wordt gezien, is de kans groter dat het zonder terughoudendheid wordt gegeten, zelfs als de samenstelling dat niet rechtvaardigt.
  • Door voedingsgegevens (41%) en overtuigingen/percepties (37%) te combineren, konden de onderzoekers 78% van de variaties in de neiging tot overeten voorspellen.

Wat dit ons vertelt

Industriële classificatie alleen (NOVA of anders) is niet genoeg om te verklaren waarom we soms ’te veel’ van een voedingsmiddel eten. Onze mentale voorstellingen – wat we geloven, voelen en verwachten – spelen een cruciale rol.

3. Waarom onze overtuigingen het vaak winnen van classificatie

De kracht van vertegenwoordiging

Als een product het etiket ‘ultrabewerkt’ opgeplakt krijgt, zet dat een kettingreactie in gang van schuldgevoel, junkfood en gevaar. Zelfs een product dat qua voedingswaarde gelijkwaardig is, maar wordt gezien als ‘zelfgemaakt’ of ‘natuurlijk’, wordt vaak beter verdragen – of zelfs met minder scrupules geconsumeerd.

Smaak, verzadiging, emotie

Dezelfde twee voedingsmiddelen kunnen verschillend beoordeeld worden afhankelijk van de omgeving, de marketing, de presentatie of zelfs het moment van de dag. Emotionele verlangens (comfort, stress, gezelligheid) beïnvloeden onze keuzes.
Bovendien is de herformulering van een product (vermindering van suiker, vet, zout) niet altijd voldoende; deze herformulering moet gepaard gaan met het beheer van smaak, verzadiging en sensorimotorische verwachtingen.

4. Wat moet er gedaan worden aan het huidige voedingsbeleid?

Grenzen van “verboden/belast/gewaarschuwde” benaderingen

  • Ze lopen het risico voedingsmiddelen te demoniseren die een plaats kunnen hebben in een evenwichtig dieet (bijvoorbeeld verrijkte granen, eiwitvervangers).
  • Ze kunnen het grote publiek in verwarring brengen door tegenstrijdige signalen af te geven (een verwerkt product maar een “gezonde optie”?).
  • Ze gaan niet in op de psychologische, sociale en culturele dimensies van eetgewoonten.

Naar intelligentere, gecontextualiseerde voeding

De onderzoekers stellen drie belangrijke aandachtsgebieden voor:

  1. Voedingsvoorlichting: mensen niet alleen leren etiketten te lezen, maar ook hun hongersignalen, hun trek en de context waarin ze eten te begrijpen.
  2. Verstandige herformulering: producten ontwerpen die meer verzadigen en minder overeten, terwijl het plezier van het proeven behouden blijft.
  3. Rekening houden met voedingsmotivaties: erkennen dat eten ook een emotionele, sociale en identiteitsgerelateerde handeling is – niet alleen een fysiologische behoefte.

5. Het dagelijks leven: wat kunnen we doen?

  • Geef de voorkeur aan minimaal bewerkte voedingsmiddelen, maar zonder overmatig schuldgevoel: een bewerkt product kan zijn plaats vinden.
  • Cultiveer bewustzijn van je waarnemingen: vraag je af wat je voelt als je “ultragetransformeerd” ziet.
  • Eet in een gunstige context: zonder stress, zonder afleiding, met bewuste mate.
  • Introduceer waar mogelijk variatie, texturen en zelfgemaakte gerechten.
  • Pas op voor “simplistische diëten” en de psychologische straf die soms gepaard gaat met dieetvoorschriften.

Conclusie:
Onze relatie met voedsel is complexer dan de eenvoudige tegenstelling “bewerkt/onbewerkt”. Het Britse onderzoek toont aan dat onze overtuigingen, sensaties en mentale voorstellingen een grote rol spelen in ons gedrag.
Voor het overheidsbeleid en voor onze dagelijkse keuzes is de uitdaging om van een manicheïstische visie over te stappen op een meer genuanceerde benadering, gebaseerd op onderwijs, psychologisch begrip, intelligente hervorming en respect voor plezier.

Maak een afspraak in het dichtstbijzijnde centrum.

SHARE