De aankondiging kwam als een donderslag bij heldere hemel in de vapingwereld: de regering plant een nieuwe belasting op elektronische sigarettenvloeistoffen als onderdeel van de begroting voor 2026. Deze maatregel, gesteund door minister Lecornu, belooft de markt voor vaping op te schudden. Maar achter de centen op tafel gaat een fundamenteel debat schuil: is dit een eerlijke belasting of een stilzwijgende censuur van vapers? Dit rigoureuze, goed gedocumenteerde artikel onderzoekt dit project inhet licht van overheidsfinanciën, consumenten en volksgezondheid.
Geoormerkte belastingen: wat is dat?
Het wetsvoorstel voorziet in een glijdende belasting op flesjes vloeistoffen voor vaping, met een mogelijke toeslag voor modellen met een laag nicotinegehalte. De minister heeft al een verhoging van enkele centen per milliliter aangekondigd, bedoeld om de nationale begroting aan te vullen.
Deze nieuwe belasting is in lijn met eerdere maatregelen voor tabak en versterkt het feit dat vapers niet langer immuun zijn. Het beleid is duidelijk – de verkoop beperken door middel van belasting in plaats van een totaal verbod.

Economische impact: een zware financiële last voor vapers
Stel je voor dat een damper 10 ml vloeistof per week gebruikt. Met een belastingverhoging zal elk flesje duurder worden, totdat het de kosten van een pakje sigaretten evenaart (of overschrijdt).
Over een jaar opgeteld kan dit oplopen tot enkele extra euro’s per maand – of zelfs honderdeneuro’s per jaar. Tabakswinkels zouden een impact kunnen zien op hun verkoop van aanverwante elektronische producten.
Budgetbesparingen op korte termijn? Ongetwijfeld. Maar op de middellange termijn dreigt dit project sommige vapers te laten overstappen op traditionele tabak, wat kosten met zich meebrengt voor pensioenen, sociale zekerheid en belastingen in verband met aan roken gerelateerde ziekten.
Volksgezondheid en preventie: tussen samenhang en tegenstrijdigheid
Het wetsvoorstel wordt gepresenteerd als een middel om roken te voorkomen door de alternatieven zwaar te belasten. Toch lijkt deze strategie tegenstrijdig: wat rokers zou moeten helpen om te stoppen met roken, wordt belast.
Deze geleidelijke bevriezing van de marges kan leiden tot de circulatie van informele of belastingvrij geïmporteerde producten, waardoor de veiligheidscontroles worden verzwakt. We kunnen een hellend vlak voorzien waar indirecte censuur legale verkoop opsluit in een omslachtig en duur systeem.
Het standpunt van belanghebbenden
- Vapers klagen oneerlijke belasting aan: waarom een substitutiegebaar straffen in plaats van een strategie om het roken terug te dringen?
- Tabakswinkels, waarvan sommigen voorstander zijn van vaping, vrezen klantensegmenten te verliezen of een ommekeer in de markt te krijgen.
- Minister Lecornu rechtvaardigt: “We moeten de begroting in evenwicht brengen en de heffingen zo dicht mogelijk bij het gebruik verdelen.”
- Gezondheidsorganisaties waarschuwen voor het gevaar van een terugkeer naar roken en benadrukken dat de prijs een gevaarlijke rem kan zijn op pogingen om te stoppen.
Scenario’s en alternatieven: naar een redelijk compromis?
Om een explosie in de kosten van vaping te voorkomen, roepen sommigen op tot :
- Een progressieve korting voor vloeistoffen met een laag nicotinegehalte, om een geleidelijke vermindering aan te moedigen.
- Vensterbelasting: voormalige vapers (die gestopt zijn met roken) kunnen een paar jaar lang profiteren van een verlaagd tarief.
- Sterke steun voorinformatie en medische training over risico’s en veilig gebruik.
- Strenge parlementaire controle op de gevolgen voor de overheidsfinanciën, de verkoop en de consument.
Wetsvoorstel 2026 kan een historisch keerpunt worden in het Franse gezondheidsbeleid – ten goede of ten kwade.
Lees ook: Je wilt een nieuw bedrijf starten in de gezondheidssector, klik hier voor meer informatie. |
Conclusie: fiscale voorzichtigheid en transparantie vereist
De nieuwe belasting op e-liquids vormt een evenwichtige uitdaging tussen overheidsfinanciën en consumentenvrijheid.
Als het voorstel wordt aangenomen, zal elke vaper meer moeten betalen voor een optie die wordt erkend als minder schadelijk dan tabak.
De uitdaging voor de overheid zal zijn om deze belasting te rechtvaardigen zonder rokers aan te zetten tot schadelijker gedrag. De woorden “verbod” of “censuur” doemen op in het debat, maar ze mogen niet in de plaats komen van een verlichte aanpak.
De Nationale Raad, gezondheidsorganisaties, tabakswinkels en gebruikers moeten dringend samenwerken om ervoor te zorgen dat een ongedifferentieerde belasting de vooruitgang die moderne vapers hebben geboekt niet in gevaar brengt. Want achter de euro’s van belasting ligt de toegankelijkheid van vaping, en daarom zullen honderdduizenden mensen die gestopt zijn met roken mogelijk geruïneerd worden door een te belastende maatregel.